Langetermijnstudie mopovertrekken

Mopovertrekken: zijn desinfectie en levensduur met elkaar in tegenspraak?


Bij moderne mops komt het aan op het juiste wasprocedé.

Bij moderne mops komt het aan op het juiste wasprocedé.
De reiniging van ruimtes en vloeren in ziekenhuizen en instellingen in de gezondheidszorg moet beantwoorden aan wettelijke vereisten met betrekking tot hygiëne. Het in hygiënisch opzicht perfect reinigen en de desinfectie van oppervlaktes zorgt zowel voor reinheid als voor het voorkomen van infecties en verhindert dat ziektekiemen zich kunnen uitbreiden. Om deze reden moeten ook de schoonmaakattributen (zoals bijv. mopovertrekken) na gebruik thermisch, chemothermisch of chemisch worden behandeld en gedesinfecteerd. De in dit verband te gebruiken was- en desinfecterende middelen en -procedés moeten in Duitsland op de RKI-lijst staan.

Mopovertrekken zijn in het dagelijks gebruik blootgesteld aan sterke belastingen door vuil, chemicaliën en desinfecterende middelen. Omdat de mopovertrek in ziekenhuizen en bejaardentehuizen er na kort gebruik (na iedere kamer) wordt afgehaald en daarna gewassen, is het wasprocedé bepalend voor de slijtage van de mopovertrekken.

De gebruikseigenschappen van een mopovertrek hangen af van de vezelsamenstelling en het gewicht. Bij een gewichtsverlies van >30% moet de mop meestal worden vervangen om een voldoende oppervlakteprestatie per mopovertrek te garanderen. Bij het gebruik van traditionele desinfecterende wasmiddelen houdt dit in, dat de mopovertrekken soms al na ca. 300-400 gebruikscycli moeten worden vervangen.

Uitgangssituatie

Vileda Professional, een leidende ontwikkelaar en producent van innovatieve reinigingsproducten, streeft er altijd naar om de efficiëntie en zuinigheid van haar producten en zo ook de klanttevredenheid te vergroten. Bij een internationale vergelijking heeft Vileda vastgesteld, dat de gebruiksduur van de mopovertrekken in België en in Nederland vaak significant hoger is dan in Duitsland. Bij een onderzoek naar de oorzaak hiervan bleek, dat het merendeel van de mopovertrekken hier werd gewassen met desinfecterende wasmiddelen en de bijbehorende procedés van Kreussler. Om uit te zoeken of de positieve resultaten
puur toeval waren of reproduceerbaar zijn heeft Vileda in samenwerking met het Juliusspital in Würzburg en de Chemische Fabrik Kreussler een langetermijn praktijktest uitgevoerd.

Praktijktest

Het Juliusspital startte in juni 2004 met de test voor de behandeling van de mopovertrekken. Voor deze test werd de Vileda Professional Swep Classic Finnmop (polen: 50% viscose / 50% polyester) gebruikt. De helft van de gebruikte overtrekken werd na iedere gebruikscyclus behandeld met producten van Kreussler, de andere helft met producten van een andere producent. In beide gevallen werd de behandeling uitgevoerd volgens de voorschriften van de producent met desinfecterende wasprocedés conform de voorwaarden van de RKI-lijst.

Gedurende de testperiode van bijna 2 jaar werden er met regelmatige tussenpozen mopovertrekken voor onderzoek weggestuurd en in de laboratoria van Vileda onderzocht op prestatiecapaciteit, gewichtsverlies, wateropnemend vermogen, uiterlijk en hygiëne.

Testresultaat

Na 380 gebruiks- en wascycli hadden de mopovertrekken die behandeld waren met producten van de andere producent een gewichtsverlies van ca. 30 % bereikt. Omdat dit de grenswaarde is voor prestatiecapaciteit moesten ze worden verwisseld. De met producten van Kreussler behandelde mopovertrekken hadden na 380 cycli een gewichtsverlies van slechts 17 %. Na bijna 2 jaar en meer dan 620 behandelingscycli werd deze test ook beëindigd. De mopovertrekken die met producten van Kreussler waren behandeld hadden een gewichtsverlies van slechts 24 % en voldeden daarmee nog aan de voor prestatiecapaciteit vastgestelde eisen.

Deze onder praktijkvoorwaarden uitgevoerde vergelijking heeft de voordelen van het Kreussler-procedé bevestigd aan de hand van Vileda-Swep-Mops.
De door Kreussler voor deze test gebruikte producten DERVAL SOLO en OTTALIN PERACET werden ingezet conform de voorschriften van de RKI-lijst (desinfectie bij 60°C in een chemothermisch wasprocedé).
Kreussler wasprocedé – OTTALIN PERACET- procedé:
1. Bad: 5 minuten 40 °C, afspoelen zonder toevoegingen
2. Bad: 12 minuten, 60 °C, met 2 ml/l DERVAL SOLO en 2 ml/l OTTALIN PERACET
3. Spoelbaden

Voor gekleurde mopovertrekken beveelt Kreussler het gebruik aan van het kleurwasmiddel, DERVAL RENT, in combinatie met OTTALIN PERACET, op de lijst conform VAH/DGHM, aangemeld voor plaatsing op de RKI-lijst.

Naast de stijging van de gebruiksduur zijn de lagere doseringen, de conform de RKI-lijst kortste procesduur bij 60°C en de gunstige productkosten belangrijke factoren die de efficiëntie en spaarzaamheid van het Kreussler wasprocedé bewijzen. De praktijktest heeft ook aangetoond dat desinfectie en levensduur van mopovertrekken bij het gebruik van de wasprocedés van Kreussler elkaar niet uitsluiten.

De voordelen van de zachte behandeling van bijv. super mopovertrekken van Vileda met behulp van het Kreussler-procedé in één oogopslag:

  • Efficiëntie door lage doseringen en korte procesduur;
  • Voordeel door goedkope was- en desinfecterende middelen;
  • Langdurig waardebehoud van de mopovertrekken;
  • Op de RKI-lijst als chemothermisch desinfecterend procedé type A (bacteriën) en B (virussen)
  • Europese normen = voldoet aan DIN EN 1276 (bactericide), DIN EN 1275 (fungicide) en DIN EN 14476 (virucide)